Wanneer kies je voor open vragen of meerkeuzevragen maken?

E-learning
3/12/2022

Goede toetsvragen maken is een hele kunst. Bovendien kun je kiezen uit een boel vraagsoorten, waaronder open vragen of meerkeuzevragen. In deze blog lees je voor welke je het beste kunt gaan!

Pluvo visual dots yellow
Goede toetsvragen maken is een hele kunst. Bovendien kun je kiezen uit een boel vraagsoorten, waaronder open vragen of meerkeuzevragen. In deze blog lees je voor welke je het beste kunt gaan!

Hoe weet je zeker dat je online training blijft hangen? Juist, door goede toetsvragen te maken. Zo test je hun kennis en weet je wat goed is om te herhalen. Tegelijk oefenen je deelnemers zo actief met de stof, waardoor de kans groter is dat ze deze onthouden. Daarbij is het wel belangrijk dat je de juiste vragen stelt. Elke vraagsoort heeft namelijk zijn eigen voor- en nadelen. In dit blog bespreken we drie veelgebruikte vraagsoorten die ideaal zijn voor je e-learning.

Welke soorten toetsvragen kun je maken?

  1. Meerkeuzevragen maken

Ook wel bekend als de ‘multiple choice’. Je geeft de cursist een aantal mogelijke antwoorden, waaruit hij er één moet kiezen. Deze vraag is ideaal voor het testen van feitelijke kennis.

Voordelen:

  • Het kost cursisten relatief weinig tijd om de vraag te beantwoorden. Hierdoor kun je in korte tijd veel kennis testen.
  • Meerkeuzevragen vragen naar specifieke kennis. Als cursusleider maak je hiermee dus een selectie van de stof. Dit helpt je cursisten te bepalen wat belangrijk is om te onthouden.
  • Handig voor jou: in een online leeromgeving als Pluvo wordt de score van cursisten automatisch berekend. Dit scheelt veel nakijktijd.

Nadelen:

  • De formulering van de antwoordopties komt behoorlijk precies. Als de ‘foute’ opties onwaarschijnlijk zijn geef je het juiste antwoord namelijk te makkelijk weg.
  • Plus: als de opties op meerdere manieren te interpreteren zijn, of niet duidelijk ‘goed’ of ‘fout’ zijn, krijg je geen eerlijke resultaten.
  • Ten slotte kun je met deze vraag niet goed de diepte in. Daar is de open vraag geschikter voor.
  • Als de cursist gaat gokken heeft hij nog een behoorlijke kans om goed te gokken. Als je dit wil checken kun je vragen in een net andere vorm herhalen.

Een variant van de meerkeuzevraag is een vraag waarbij meerdere antwoorden goed zijn. Weer een andere variant is de ‘ja-nee’-vraag. Bijvoorbeeld: ‘Mag je hier parkeren? a) ja, b) nee’.

  1. Open vragen maken

Wil je inzicht testen, of toetsen of je cursist de stof zelf kan toepassen? Dan is de open vraag de beste optie.

Voordelen: 

  • Je geeft veel minder weg dan bij de meerkeuzevraag. Hierdoor krijg je een goed beeld van wat je cursist kan en begrijpt.
  • Geschikt voor vragen waarbij er niet één juist antwoord is.
  • Je test niet alleen de feitelijke kennis en het inzicht van je cursist, maar ook zijn analytische vaardigheden en zijn argumentatievermogen.
  • Ideaal voor vragen waarbij het antwoord persoonsafhankelijk is, zoals meningen en voorkeuren.

Nadelen: 

  • Deze vraag zorgt wel voor meer nakijktijd.
  • De formulering van je vraag komt heel precies. Als je niet goed oplet vraag je naar iets anders dan je wilt weten of erger: begrijpt de cursist de vraag niet.
Tip: geef een maximum aantal woorden of tekens aan om onnodige uitweidingen te voorkomen.
  1. 'Fill in the blanks'-vragen maken

Bij de ‘fill in the blanks’ of ‘vul de lege velden in’ laat je je cursisten de ontbrekende woorden in een zin intypen. Bijvoorbeeld: ‘In het model van de trias politica bestaat de staat uit drie organen: de ___macht, de ____ macht en de ____macht.’ Deze vraag is geschikt voor het toetsen van feitelijke kennis, zoals namen, jaartallen en begrippen.

Voordelen: 

  • Omdat je het juiste antwoord niet laat zien (zoals wel bij de meerkeuzevraag) moet de cursist het antwoord echt zelf bedenken. Je doet dus een groter beroep op zijn kennis.
  • Net als bij de meerkeuzevraag is er maar één juist antwoord. De punten worden daardoor automatisch berekend, wat nakijken een piece of cake maakt.

Nadelen: 

  • Net als de meerkeuzevraag is dit type minder geschikt voor het testen van inzicht.
  • Je moet goed opletten dat er maar één goed antwoord mogelijk is
Let op: in het voorbeeld maakt het niet uit in welke volgorde de cursist de drie staatsorganen noemt. Zorg er in zo’n geval voor dat alle mogelijke combinaties goed worden gerekend.

Meer vraagsoorten maken

Natuurlijk zijn dit niet de enige vraagsoorten. In Pluvo kun je bijvoorbeeld ook nog kiezen voor de ‘match’-vraag, waarbij je elementen die bij elkaar horen naar de juiste plek moet slepen. Of de sorteer-vraag: hierbij sleep je elementen in de juiste volgorde. Deze vraagsoorten komen overeen met de meerkeuzevraag, maar zijn interactiever.

Naast het maken van toetsvragen, zijn er ook heel andere manieren om kennis te toetsen. Klik door, en lees meer.

Veel mogelijkheden dus om te variëren! Ontdek het zelf.
Kimberley van Tol
Kimberley van Tol

Als onderwijskundige gespecialiseerd in online leren schrijf ik al 5 jaar blogs voor Pluvo. Mijn focus ligt op krachtige leeroplossingen voor organisaties. Universal Design for Learning en inclusief leren zijn mijn passie; ik geloof dat onderwijs toegankelijk en leuk moet zijn voor iedereen.

Bianca Mokkenstorm-Goethals
Bianca Mokkenstorm-Goethals

Ik combineer mijn 35 jaar HR-ervaring al ruim 15 jaar met copywriting. En dan nóg leer ik, al tikkend op mijn laptop, iedere keer weer nieuwe dingen. Dat maakt blogs schrijven voor Pluvo zo ontzettend interessant!

Sluit melding